Heroïek; de 3 van nu - de 3 van toen...
Niets zo subjectief als het supporteren van renners. De één doet mijn hart versnellen in de finale van een koers, wanneer de ander wint, maakt afgunst zich zomaar van mij meester. Benieuwd naar anderen, deel ik mijn 3 favoriete renners van nu... en de 3 van ‘toen’, alhoewel ik gehaast moet erkennen dat mijn ‘toen’ zolang geleden nog niet is.
Van de huidige generatie renners gaat mijn grootste sympathie steevast naar;
- Robert Gesink, gezien zijn emotionele zeges, kwetsbaar (maar volhardend karakter) en de wijze waarop hij zich door alle levenslast heen knokt.
- Primoz Roglic, prachtig nuchter, koerst op aantrekkelijke wijze en houdt zijn knechten hoog.
- Steven Kruijswijk, wetende dat hij de derde week op zijn best is (het minst verslechterd), gloort aldoor hoop in mij, bij zijn drieweekse rittenkoersen.
Met nostalgie herinner ik mij de koersen van;
- Bradley Wiggins, omwille van zijn zalige bakkebaarden en typisch Britse stijl.
- Samuel Sanchez, de eindeloze aanvallen op Spaans, Italiaans- en Franse bodem waren een zegen als het bergop ging.
- Jurgen vd Broeck, hij droeg Belgisch hoop op klassementen maar bleek zovaak een stervende zwaan, die zelden zo mooi konden lijden, als hij.
Momenteel gaat de grootste sympathie momenteel naar:
- Mathieu van der Poel. Rijdt eigenlijk altijd om te winnen en de overwinningen spreken altijd tot de verbeelding. Zorgt ervoor dat een koers in de finale nooit saai wordt.
- Vincenzo Nibali, omdat hij tot de aanvallende renners behoort van de klassementsrenners. De resultaten blijven de laatste jaren wat achter, maar zelfs dan tracht hij nog iets van de koers te maken.
- Tadej Pogacar, Net als Van der Poel rijdt hij niet voor een bijrol in de koers, maar wil hij die bepalen. Geeft ook niet makkelijk op, waardoor je altijd rekening met hem moet blijven houden.
Met nostalgie herinner ik me koersen van:
- Bram Tankink, Niet vanwege zijn overwinningen, maar vooral vanwege zijn opvallende optredens. Nog met de pers praten als de renners al vertrokken zijn, Eén week te vroeg verschijnen bij een wielerkoers en zijn prachtige kijk op de koers. Daarnaast was hij een superknecht, die nooit klaagde en die ook nooit verzaakte als hij zijn taak moest doen.
- Alberto Contador, Zeer aanvallende renner, die niet altijd tot de laatste kilometer wachtte zoals nu te vaak gebeurt (al deed hij dit op het eind van zijn carriere ook te vaak)
- Jackie Durand, Franse renner die de aanval nooit schuwde. In de periode dat Indurain en Armstrong het peloton wisten stil te leggen, zorgfe Durand altijd voor spektakel door ellenlange ontsnappingen op touw te zetten. Het overgrote merendeel van deze ontsnappingen liepen op niets uit, maar soms was dat ook maar net aan, waardoor de koers toch spannend werd en zo nu en dan lukte het wel om te winnen, al zijn die overwinningen sporadisch.
Mijn 3 van nu:
Mathieu van der Poel.
Zoals Gerrit al zegt, rijdt altijd, steelt nooit. Altijd mooie overwinningen.
Tom Dumoulin.
Altijd eerlijk, nooit excuses, altijd iets aparts.
Chris Froome.
Iedereen is tegen hem, liet zich niet gek maken door die idiote Fransen en probeerde het altijd waar het kon. Juist doordat iedereen tegen hem was kreeg ik er sympathie voor.
Mijn 3 van toen:
Michael Boogerd.
Reed er ook altijd voor, won weinig, zijn overwinning op La Plagne was enorm spannend en een nagelbijtend moment.
Luis Herrera
De eerste echt bekende Colombiaan. Was een beleving en schitterend om naar te kijken, zo’n vederlicht mannetje.
Joaquim Rodriguez.
Purito. Eigenlijk een wacht wacht poeffer.
Was daar goed in maar won veel te weinig, daarom ben ik hem eigenlijk gaan supporteren. Op kinderlijke wijze een Vuelta zege weggegeven.
Ga er wat andere, minder voor de hand liggende namen uitkiezen:
- Thomas De Gendt: Hij tart eigenlijk alle wielerwetten met zijn ontsnappingskunsten. Iedereen weet dat als hij gaat je moet meezitten. Iedereen weet dat als hij meezit, je de ontsnapping minder ruimte mag geven. Iedereen weet dat ze hem moeten in het oog houden als medevluchter, en toch slaagt hij er keer op keer in om mee te zitten, zijn medevluchters eruit te kletsen en het peloton zich te laten mispakken. Misschien wel de enige renner waarvoor ik ooit uit de zetel ben gesprongen van enthousiasme tijdens zijn rush naar het podium in de Giro.
- Filippo Ganna: Gewoon wegrijden vanop de kop, waarbij de rest in kramp schiet in een poging hem te volgen. Zo'n ongekende oerkracht waarbij je ze echt ziet plooien in het wiel vind ik van het mooiste wat er is.
- Joao Almeida: Charmeerde mij al erg als meesterknecht voor Evenepoel bij diens overwinningen in Burgos en Algarve. Matte de tegenstand daar zo ontzettend af dat hij zelf ook gewoon nog erg hoog eindigde in het klassement. Maar in de Giro maakte hij het plaatje helemaal compleet. Door het uitvallen van Evenepoel met een vrije rol aan de Giro begonnen, onverwacht dat roze binnenslepen en zich dan eigenlijk 21 dagen lang als een pitbull gedragen. Elke opportuniteit gegrepen om toe te slaan, al was het maar enkele secondes, knokken voor elke morzel grond en telkens opnieuw zich vastbijten in de tegenstand met een 28ste plaats als slechtste resultaat in een rit of klassement, en dat als GT-debutant. Werd nog het meest in de verf gezet in de bergrit waar Kelderman als een mak lammetje naar de slachtbank werd geleid in de strijd om roze, achteraan bengelend in een groepje, niets initiatief tonend, terwijl Almeida zich keer op keer op keer terugknokte, met een tussensprintje naar een voorganger toereed, vechtend als een leeuw voor zijn 4de plek in het klassement.
- Ludo Dierckxsens: Als Vlaming gewoon een absolute must in m'n lijstje. Was al bijna 30 toen hij eindelijk de kans kreeg om wielrenner te worden en koerste dan ook tot zijn 41ste met een ongekende passie rond. Werd altijd versleten als een dommekracht die zo sterk was als een os, maar was daardoor razend populair, bovenop z'n kenmerkende kale knikker en eeuwige glimlach. Mijn trommelvliezen trillen nog na van de ongeziene mensenmassa die LUDO LUDO LUDO scandeerde bij zijn passage op de muur tijdens (één van zijn vele) aanval in de RvV. Legendarische beelden die ik nooit zal vergeten.
- Iban Mayo: Lekker bekkende naam, gevleugelde klimmer, ultieme underdog en uitkomend voor de ploeg van het wielergekke Baskische volk, Euskaltel. Bracht vaak spektakel in de saaie Armstrong-jaren.
- Floyd Landis: Zeker niet mijn favoriete wielrenner, maar na de jarenlange dominantie van Armstrong in de Tour was het een verademing dat er eens strijd was voor het klassement. Toen hij in de gele trui een totale inzinking kende en 10 minuten aan zijn been kreeg in rit 16, zorgde hij daags nadien (op dat moment) misschien wel voor dé Tour-etappe die het meeste indruk op mij heeft gemaakt. Demarrerend op meer dan 100km van de meet, onderweg tientallen bidons over zijn hoofd leegkieperend, solo naar de zege rijden met bijna 6 minuten voorsprong en zich zo weer helemaal in de strijd om geel mengen was voor mij echt ongezien, zeker na de langdradige suprematie van US Postal de jaren voordien. Achteraf is de ballon natuurlijk doorprikt, maar op het moment zelf schreeuw je die underdog natuurlijk vooruit.
wat een mooie lijsten heren. Alberto Contador mis ik ook nog enorm. Ivan Mayo en Samuel Sanchez hebben veel parallellen, ik houd nog steeds van dat prachtige oranje van Euskaltel-Euskadi.
Dank voor de poëzie, dat verrijkt mijn inzicht. Gelukkig volgde ik wielrennen nog niet intensief in de US Postaltijd. Pas toen Contador doorbrak en het de Amerikaan moeilijk maakte op iedere bergpas, ontdekte ik wielrennen.
En Mathieu van der Poel, uiteraard, hij koerst met zo een leeuwenhart, is oprecht een sieraad voor de sport.
Log in via je wielerflits.nl account om deel te nemen aan de discussie.