De ranglijst der Nederlandse wegrenners (november 2016)

Evenals vorig jaar was Tom Dumoulin in het afgelopen seizoen de succesvolste Nederlandse renner in de internationale topwedstrijden. Dumoulin won een rit in de Giro en twee etappes in de Tour, eindigde als 5e in de Ronde van Romandië en werd 2e in de Olympische tijdrit in Rio de Janeiro. Als 2e eindigt Wout Poels, die Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam schreef en 4e werd in de Waalse Pijl. Goede 3e is Robert Gesink, winnaar van een etappe in de Vuelta (op de Aubisque) en 7e in de Ronde van Lombardije. Steven Kruijswijk is 4e, maar zonder de val in de slotfase van de Giro was zijn positie ongetwijfeld hoger geweest. De ranglijst over 2016 ziet er als volgt uit:
1. Dumoulin 38 punten
2. Poels 23
3. Gesink 10
4. Kruijswijk 7
5. Mollema 6
6. Van Baarle 5
7. Kelderman 4
8. Terpstra 3
Van Emden 3

Ter vergelijking: de eerste drie van het seizoen 2015 waren Dumoulin (31 punten), Terpstra (30) en Mollema (13). De resultaten van dit seizoen maken natuurlijk een aanpassing van de eeuwige ranglijst nodig. De puntentelling van vorig jaar heb ik gehandhaafd. Die houdt het volgende in.

De resultaten in de volgende wedstrijden zijn opgenomen (voor de eerste tien plaatsen zijn punten toegekend, 7 punten t/m 1 punt voor plaats 4 t/m 10 en daarnaast de volgende aantallen voor de eerste drie plaatsen (gebaseerd op het geschatte belang van de wedstrijden en op de overweging dat voor de renners en het publiek in de eerste plaats de podiumplaatsen tellen en natuurlijk vooral de overwinning):
1. Tour de France: 25, 14 en 10 punten
2. Ronde van Italië: 22, 12, 10
3. WK weg: 20, 12. 10
4. Ronde van Spanje: 18, 12, 10
5. De vijf monumenten (Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik, Milaan-San Remo, Ronde van Lombardije), wegwedstrijd Olympische Spelen: 16, 12, 10
6. Grand Prix des Nations/WK tijdrijden, tijdrit Olympische Spelen: 14, 9, 8
7. Ronde van Zwitserland (4e grote ronde), Parijs-Tours (6e monument), Parijs-Nice, Tirreno-Adriatico, Critérium du Dauphiné, Ronde van Romandië, Ronde van Baskenland, Ronde van Catalonië (zes zware etappekoersen), Omloop het Volk/Nieuwsblad, Gent-Wevelgem, Waalse Pijl, Amstel Gold Race,
Bordeaux-Parijs (5 klassiekers): 12, 9, 8
8. Etappewinst in de Tour: 8 punten
9. Etappewinst in de Giro: 7 punten
10.Etappewinst in de Vuelta: 6 punten

De Grand Prix des Nations (1932-2004, meegeteld zijn de edities t/m 1993) kan worden beschouwd als de voorloper van het WK tijdrijden (verreden vanaf 1994). Bordeaux-Parijs (1891-1988) wordt niet meer georganiseerd, maar was wel een belangrijke klassieker. Daarentegen hebben de Amstel Gold Race (sinds 1966) en Tirreno-Adriatico (sinds 1966) een relatief korte geschiedenis, zodat de balans in dit opzicht min of meer in evenwicht is.

Joop Zoetemelk, Jan Raas, Hennie Kuiper en Jan Janssen staan bovenaan. Zij kunnen als de beste Nederlandse wegrenners ooit worden beschouwd. Zij werden alle vier wereldkampioen, en Janssen en Zoetemelk wonnen daarnaast de Tour en de Vuelta. Joop Zoetemelk is verreweg de meest regelmatige van hen. Hij heeft een voorsprong van liefst 248 punten op Jan Raas. De top tien wordt gecompleteerd door Michael Boogerd (die niet zo veel topwedstrijden heeft gewonnen, maar wel veel ereplaatsen behaalde in Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije), Adri van der Poel, Steven Rooks, Gerrie Knetemann, Gerben Karstens en Jo de Roo.

Van de huidige generatie profs vinden we de volgende renners in de top vijftig: Robert Gesink is geklommen naar plaats 15 (gelijk met Henk Lubberding), Bauke Mollema is nu 21e, Niki Terpstra is 23e en Tom Dumoulin is de snelste stijger: hij staat 25e. Lars Boom (52e), Pieter Weening (59e), Wout Poels (61e), Sebastiaan Langeveld (77e), Wilco Kelderman (77e) en Steven Kruijswijk (84e) zijn de overige nog actieve renners in de top 100. Lieuwe Westra (105e) en Tom Jelte Slagter (112e ) vallen er net buiten.

Van de vooroorlogse profs staan Theo Middelkamp (36e) en Gerrit Schulte (40e) nog steeds in de top veertig. Middelkamp was winnaar van 2 Touretappes waaronder een Alpenrit over de Galibier in 1936, waarmee hij de eerste Nederlandse etappewinnaar was, werd ook de eerste Nederlandse wereldkampioen in 1947 en stond 3 keer op het WK podium. Schulte won een Touretappe in 1938, was 2e in de Grand Prix des Nations 1938 en werd (18 jaar later) 3e in het WK 1956. In de top 100 handhaaft zich verrassend Mathieu Cordang (77e), die zijn topprestaties in de 19e eeuw leverde: 2e in Parijs-Roubaix (1897), 2e (1897) en 5e (1896) in Bordeaux-Parijs.

De ranglijst ziet er na het seizoen 2016 als volgt uit.

1 Joop Zoetemelk 731
2 Jan Raas 483
3 Hennie Kuiper 453
4 Jan Janssen 413
5 Michael Boogerd 314
6 Adri van der Poel 284
7 Steven Rooks 275
8 Gerrie Knetemann 245
9 Gerben Karstens 233
10 Jo de Roo 200
11 Erik Breukink 184
12 Wim van Est 177
13 Jean Paul van Poppel 161
14 Johan van der Velde 159
15 Henk Lubberding 136
Robert Gesink* 136
17 Jelle Nijdam 127
18 Erik Dekker 126
19 Wout Wagtmans 111
20 Leon van Bon 106
21 Bauke Mollema* 101
22 Peter Winnen 99
23 Niki Terpstra* 97
24 Teun van Vliet 92
25 Tom Dumoulin* 83
26 Jeroen Blijlevens 78
27 Frans Maassen 76
28 Peter Post 74
Arie den Hartog 74
30 Bert Oosterbosch 72
31 Mathieu Hermans 68
32 Tristan Hoffman 66
33 Rini Wagtmans 64
Maarten den Bakker 64
35 Michel Stolker 59
36 Theo Middelkamp 58
37 Karsten Kroon 56
38 Gerard Vianen 55
39 Jo de Haan 54
40 Gerrit Schulte 53
41 Max van Heeswijk 51
Johan Lammerts 51
43 Servais Knaven 50
44 René Pijnen 48
Nico Verhoeven 48
46 Roy Schuiten 47
47 Ab Geldermans 45
48 Henk Nijdam 44
49 Gerrit Voorting 43
50 Wim Schepers 42
51 Jacques Hanegraaf 41
52 Jos Schipper 40
Cees Priem 40
Ad Wijnands 40
Lars Boom* 40
56 Gerard Veldscholten 39
57 Piet van Katwijk 37
Bas Maliepaard 37
59 Pieter Weening* 35
Jos van der Vleuten 35
61 Cees Bal 34
Huub Zilverberg 34
Piet van Est 34
Fons van Katwijk 34
Wout Poels* 34
66 Peter Pieters 33
67 Frits Pirard 32
68 Theo de Rooij 31
Gert Jan Theunisse 31
Jan Lambrichs 31
Fedor den Hertog 31
72 Antoon van Schendel 30
73 Evert Dolman 28
Theo Smit 28
Leo van Vliet 28
Gerrit Solleveld 28
77 Sebastiaan Langeveld* 27
Wilco Kelderman* 27
Thomas Dekker 27
Jo Maas 27
Mathieu Cordang 27
82 John Talen 26
Bert Pronk 26
84 Steven Kruijswijk* 25
Harry Steevens 25
Cees Haast 25
Jan Krekels 25
88 Marinus Valentijn 24
Jan Hugens 24
Jan Nolten 24
Harm Ottenbros 24
92 Eddy Bouwmans 22
93 Cesar Bogaert 21
94 Bart Voskamp 20
95 Piet Rentmeester 19
96 Jos Lammertink 18
Martijn Maaskant 18
Ger Harings 18
99 Albert van Schendel 17
Huub Sijen 17
105 Lieuwe Westra* 15
112 Tom Jelte Slagter* 13
115 Johnny Hoogerland 12
121 Laurens ten Dam* 11
124 Stef Clement* 10
Maarten Tjallingii 10
142 Bert Jan Lindeman* 6
Danny van Poppel* 6
153 Dylan van Baarle* 5
162 Michel Kreder* 4
Jos van Emden* 4
173 Tom Leezer* 3
182 Roy Curvers* 2
Tom Veelers* 2
Mike Theunissen* 2
188 Pim Ligthart* 1

De overwinningen van de renners uit de top twintig:

Zoetemelk: Tour, WK, Vuelta, 2 keer Parijs-Tours (Herfstprijs), Ronde van Romandië, Amstel Gold Race, Tirreno-Adriatico, 3 keer Parijs-Nice, Waalse Pijl, 10 ritten in Tour, 3 ritten in Vuelta (25 overwinningen in de 25 topwedstrijden)
Raas: WK, 2 keer Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Milaan – San Remo, 2 keer Parijs-Tours, 5 keer Amstel Gold Race, Omloop het Volk, Gent-Wevelgem, 10 ritten in Tour (24 overwinningen)
Kuiper: WK, Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Milaan – San Remo, Ronde van Lombardije, Ronde van Zwitserland, Olympisch kampioen op de weg, 3 ritten in Tour, 2 ritten in Vuelta (12 overwinningen)
Janssen: Tour, WK, Vuelta, Parijs-Roubaix, Parijs-Nice, Bordeaux-Parijs, 7 ritten in Tour, 3 ritten in Vuelta (16 overwinningen)
Boogerd: Parijs-Nice, Amstel Gold Race, 2 ritten in Tour (4 overwinningen)
Van der Poel: Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik, Parijs-Tours, Amstel Gold Race, 2 ritten in Tour (6 overwinningen)
Rooks: Luik-Bastenaken-Luik, Amstel Gold Race, 2 ritten in Tour (4 overwinningen)
Knetemann: WK, Parijs-Nice, 2 keer Amstel Gold Race, 10 ritten in Tour (14 overwinningen)
Karstens: Parijs-Tours, 6 ritten in Tour, 1 rit in Giro, 14 ritten in Vuelta (22 overwinningen)
De Roo: Ronde van Vlaanderen, 2 keer Ronde van Lombardije, 2 keer Parijs-Tours, Omloop het Volk, Bordeaux-Parijs, 3 ritten in Tour, 1 rit in Vuelta (11 overwinningen)
Breukink: 4 etappes in Tour, 2 ritten in Giro, 1 rit Vuelta, Ronde van Baskenland (8 overwinningen)
Van Est: Ronde van Vlaanderen, 3 ritten Tour, 1 rit Giro, 3 keer Bordeaux-Parijs (8 overwinningen)
Van Poppel: 9 Touretappes, 4 Giroritten, 9 etappes in Vuelta (22 overwinningen)
Van der Velde: 3 ritten in Tour, 3 ritten in Giro, Ronde van Romandië, Critérium du Dauphiné (8 overwinningen)
Lubberding: 3 Tourritten, Gent-Wevelgem (4 overwinningen)
Gesink: 1 etappe in de Vuelta
Nijdam: Parijs-Tours, 6 Touretappes, 1 etappe in Vuelta, Amstel Gold Race (9 overwinningen)
Dekker: Parijs-Tours, 4 etappes in Tour, Tirreno-Adriatico, Amstel Gold Race (7 overwinningen)
Wagtmans: 4 etappes in Tour, 3 etappes in Giro, Ronde van Romandië (8 overwinningen)
Van Bon: 2 Tourritten, 1 etappe in de Vuelta (3 overwinningen)

Mooi overzicht! Ik ben benieuwd hoe ver de nog actieve renners nog gaan komen.

beetje vreemde puntentelling. de Giro en de Vuelta staan bij mij op gelijke voet, en Gesink op 3 die nauwelijks heeft gereden maar flink punten binnenharkt met zijn etappezege in de Vuelta.

'@lnnrt
De huidige generatie blijkt behoorlijk goed te zijn.

@8.6
Die keuze tussen Giro en Vuelta is subjectief, zoals elke keuze, maar wel gefundeerd.

Is deze lijst compleet? Ik kan me voorstellen dat er een aantal minder bekende Nederlanders tussendoor zijn gevallen, omdat die resultaten niet meer op te sporen zijn.
Overigens, Tom Ligthart? Niet Pim Ligthart?

'@Netraam
Dank voor de correctie van de voornaam van Ligthart. Is aangepast.

Is die vraag naar de volledigheid van de lijst serieus? Het lijkt me nogal vanzelfsprekend. Alle resultaten in deze selectie van wedstrijden zijn te achterhalen, opgezocht en verwerkt.

'@Girardengo
Voornamelijk omdat ik me niet voor kan stellen dat Ligthart met 1 punt op plek 188 staat, Nederland heeft toch een rijke wielerhistorie. Deze resultaten zullen inderdaad allemaal te achterhalen zijn, maar gevoelsmatig zouden er toch meer Nederlanders punten gehaald moeten hebben? Of kijk ik me blind op de huidige rijkdom van renners en trek ik dat teveel door naar het verleden?

'@Netraam
Je kunt inderdaad niet ervan uitgaan dat elke periode evenveel successen opleverde. In deze topwedstrijden zijn gedurende vele jaren weinig punten gescoord. Een hoge klassering in een klassieker of grote ronde was in de eerste helft van de vorige eeuw zeldzaam. Die van bijvoorbeeld Mathieu Cordang, Frits Wiersma (4e in de Ronde van Vlaanderen 1919) en Cesar Bogaert (2e in de Ronde van Vlaanderen 1931) waren een uitzondering. Na Cordang (2e in 1897) moesten we tot 1953 wachten totdat er weer een Nederlandse renner op het podium van Parijs-Roubaix stond (Wagtmans, 3e). Middelkamp was de eerste Nederlander die in 1936 een Touretappe won. In Luik-Bastenaken-Luik duurde het tot 1945 dat er iemand bij de eerste 10 eindigde (Sijen, 5e). In Milaan-San Remo tot 1960 (De Roo, 8e), evenals in de Ronde van Lombardije (Stolker 4e in 1960). De eerste Nederlander die in de Tour hoog eindigde was Jan Lambrichs (9e in 1939). In de Giro was dat Gerrit Voorting (7e in 1954), in de Vuelta Marinus Valentijn (10e in 1935). Concluderend: de successen waren schaars in de eerste helft van de vorige eeuw. Na de tweede wereldoorlog werden de successen talrijker, maar ook toen was er sprake van dalende curves in bepaalde periodes. Tegenwoordig beleven we weer een bloeiperiode, maar niet zo sterk als in de jaren 70. Toen kwam het kwartet Zoetemelk-Kuiper-Raas-Knetemann en anderen tot een hele reeks topprestaties.