Er was eens Ron Pimhaar, een op het oog doodnormale tiener uit Winterswijk. Tot hij op een racefiets klom. Ron had wel iets van Gerard van Velde, maar dan blond, een fysiek sterke knul. Vanwege zijn gereformeerde moeder uit Groenlo blowde hij stiekem veel, maar dat was tijdelijk. Een klasgenoot toonde hem het veloke, en daar was zijn zachtaardige Almelose vader - een wielerliefhebber - blij mee.
Uiteindelijk reed Ron een jaar in de Rabo-beloftenploeg en verhuisde daar op zijn 19de zelfs voor naar Bergen Op Zoom. Hij was nog maagd nota bene. In het naseizoen werd hij weggestuurd omdat hij een dame naar zijn hotelkamer had meegenomen tijdens een trainingskamp. De reden van het congé was: 'Als Raas dit te horen krijgt ben ik mijn baan kwijt'.
Ron was echter een stabiele jongen en pakte een studie Bouwkunde op. Tegelijkertijd ontmoette hij Natalie, in café Jan Doedel in Bergen op Zoom. Natalie Boemaars uit Lepelstraat. Tijdens de eerste date was het al seks op het toilet, de West-Brabantse methode om met een wielrenner te trouwen. Wist Ron veel? Hij was net ontmaagd in Limburg.
De ex-renner die hem wegstuurde bij de jeugdselectie was een gemoedelijke Limburger die wel iets ophad met jongens als Ron, maar in conclaaf kozen ze dan toch voor de types Theo Eltink – een streekgenoot, daar kon het niet aan liggen. Natalie liet er in ieder geval geen gras over groeien, en Ron was zo groen als gras.
Ron moest zelfs nog leren liegen, al was hij een goede sfinx. In zijn enthousiasme had hij Natalie vertelt dat hij profwielrenner wilde worden, en werd vervolgens het toilet van de uitspanning aan de Bergense Grote Markt ingetrokken. Het was ook nog eens de elfde van de elfde. Natalie nam Ron al snel mee naar de boerderij in Lepelstraat, om hem voor te stellen aan haar ouders en 4 oudere broers.
Toen moest Ron opbiechten dat hij uit de selectie was gezet en Bouwkunde ging studeren. Dat kon in Vlissingen op de Hogeschool Zeeland, en ondertussen kon hij dan rijden bij Sauna Diana. De contacten met die ploeg kreeg Ron via een Australische renner, met wie hij bleef optrekken.
Het eerste jaar haalde Ron zijn tentamens netjes en alles ging voorspoedig, en hij woonde samen in Bergen op Zoom. Hij zou architect-tekenaar worden als hij geen profcontract zou krijgen, maar gaf het nog niet op. In zijn tweede jaar bij Sauna Diana won hij de Ronde van Hansweert, en in het derde jaar, en in het vierde jaar. Maar na zijn afstuderen was Ron aan de amfetamine geraakt.
De profcarrière kwam er niet van, en Natalie verdween uit zijn leven. Ron was totaal in de war. In Grand Café Luxembourg aan het Amsterdamse Rembrandtplein had hij haar nog ten huwelijk gevraagd. Natalie maakte het uit in de Intercity Bergen op Zoom – Vlissingen, en wel voor het eerste station, Kruiningen-Yerseke. Daar stapte zij uit. Op weg naar Rons diploma-uitreiking.
Ron hield van Natalie, en miste liever zijn diploma-uitreiking dan dit moment, maar tevergeefs. Op het desolate perron van Kruiningen-Yerseke, op een kille meidag, stond hij uiteindelijk alleen in de walmen van de aardappelfabriek van Meijer. Natalie nam de eerste trein terug, maakte de Pabo in Roosendaal af en trouwde met een profwielrenner.
Ron kwam nooit meer in het huisje dat de twee huurden aan de Antwerpsestraatweg. Zijn spullen mocht hij niet komen halen, de Australische wielervriend kwam ze brengen. Einde vriendschap, einde liefde, en einde onschuld. Ron trainde furieus met Jannekes en Miekes die het wel gemaakt hadden, om toch maar prof te worden, raakte aan de drog en stopte in het jaar erna bij Sauna Diana.
Architect-tekenaar werd hij nooit, hij ging op verzoek van zijn vader buurten bij zijn Rabo-vrienden voor een baan in de wielersport, maar als je nooit prof bent geweest kun je hoogstens mecanicien of verzorger worden. Tijdens de ProTour-ploegentijdrit in Eindhoven sprak hij zijn oude maats aan. Maar hij werd vriendelijk afgepoeierd. Zijn contacten met de ploeg waren warmgehouden door de nieuwe vlam van Natalie, maar die was nergens meer te bekennen. Ja, aan de Antwerpsestraatweg. En de Raboprofs hadden natuurlijk al helemaal niets met doping of dames op de kamer. Ja, ze waren wat kribbig omdat Rasmussen net uit de Tour was gezet.
Ron was door zijn beschermde jeugd wellicht toch wat te gevoelig voor het samenspel aan gebeurtenissen in zijn korte wielercarrière. Hij voelde zich tekortgedaan door zijn oude ploegleider, en had sowieso weinig zelfvertrouwen door de breuk met Natalie.
U denkt natuurlijk, het ging met Ron van kwaad tot erger, maar hij sleutelde wat met zijn vader aan oude auto's en raakte over zijn verslaving heen, zij het na veel liegen en bedriegen en zogenaamde trainingen rond Wouwse Plantage. Inderdaad, daar werd veel koffie gedronken door oude trainingsmaten, maar ook wel eens een envelopje uitgewisseld.
Meestal deed Ron dat echter in Club Diana in Zundert, maar dan moest je een dame nemen. Eén van hen werd Ron's nieuwe liefde, en hem fataal. Was hij maar naar de Achterhoek terug verhuisd, maar zijn vader en moeder hadden geen grip op hem en wisten niets van de verslaving. Amissa Bongo heette zij, een struise Gabonese.
Misschien was het de biografie van Fausto Coppi, die Ron van zijn oude ploegleider cadeau kreeg. Ron was geen lezer, maar het had hem toch gegrepen. Coppi was in Afrika overleden aan malaria, en er was iets met een verboden liefde. Hoewel Ron een stabiele knul was uit een degelijk milieu, hadden dergelijke zaken hem altijd gefascineerd.
In de nadagen van zijn amfetamineverslaving deed Ron wel wat raar. Hij woonde bij zijn ouders in Winterwijk, zei dat hij ging trainen in West-Brabant maar deed wat klusjes voor een aannemer in Willebrord, waarna hij zijn envelopje ging halen in Zundert. Soms zei hij dat hij bij een wielervriend bleef slapen, meestal was hij voor het avondmaal weer in de Achterhoek.
De vermissing van Ron, nauwelijk 25, was voor iedereen een verrassing. Zelfs voor Amissa, die op de dag voor Rons verdwijning nog met hem naar de Efteling was geweest. Amissa had geschokt gereageerd toen Rons lichamelijke resten een paar weken later werden aangetroffen bij een xtc-vondst in Zundert.
Amissa had zelf een alibi. Ron is voor het laatst gezien op de bewakingscamera van de attractie Monsieur Cannibale met Amissa. Naar eigen zeggen had Ron haar rond 18.30u naar Club Diana gebracht, en zou hij snel terugkeren. De bedrijfsleiding had haar verhaal bevestigd. Amissa vond de Efteling leuk – de meeste mannen waren niet zo.
Verdachte in de zaak werd aannemer Corné M. uit St.-Willebrord. Ook hij had een alibi, hij zat ten tijde van de verdwijning in zijn vaste appartement in Love Story estudios te Alicante. Maar er was een envelop van aannemersbedrijf Gebr. Maas gevonden bij het xtc-afval, in de put in de Moerse Bossen.
Dat bedrijf was niet meer van Corné, die was voor zichzelf begonnen, maar hij was de man voor wie Ron weleens klusjes deed, en in beeld bij de politie. M. had met zijn Marokkaanse stagiair Mohamed El E. In de hasjhandel gezeten. Beiden waren er met een voorwaardelijke straf vanaf gekomen, na een paar dagen detentie in de koepelgevangenis van Breda.
Hoofdverdachte El E. werd vanwege zijn jonge leeftijd van zijn strafblad ontdaan, zodat hij bij Mc Donald's Etten-Leur aan de slag kon. Daar werkte hij op de avond van de verdwijning. Zijn alibi was niet sluitend, omdat de periode van overlijden samenviel met het einde van zijn dienst, en het was maar een kwartier met de auto van de Mac naar de vindplaats bij de Rucphenseweg.
Amissa stopte wel bij Club Diana, zij woonde in een vakantiepark en werd actief als escort. Als zodanig werd zij ingehuurd voor een paar uur door de Zeeuwse gedeputeerde Duurzaamheid & Innovatie Loek Forwartu (Christen Unie). De afspraak op Shell-station Rilland hield verband met de opening van een elektrisch laadstation voor vrachtwagens.
Incognito had Amissa op de openingsreceptie in een partytent staan praten met een Zeeuwse freelance correspondent. Op een of andere manier had die een vertrouwelijke uitstraling en ze loog tegen hem dat ze in Club Diana werkte en hier was voor een vriend. De twee wisselden telefoonnummers uit, Amissa vertrok en de journalist schreef zijn duurzame artikel.
Amissa vertelde de sympathieke journalist in een volgende afspraak, bij La Place De Wouwse Tol, over haar speciale band met Ron. Die vertrouwde haar de problematische geschiedenis van de wielerfamilie Pimhaar toe. Oom Dick was ook verslaafd geweest aan de amfetamine, nadat er aan het einde van de jaren tachtig een serie tegenslagen waren geweest in diens leven.
Dick was verzorger bij de wielerploeg van een Amerikaanse Tourwinnaar. Die ploeg had een paar grote renners, maar een zeer gebrekkige structuur à la Flamande. De ploegleider, later een bekend wielercommentator, zou na de Tourwinst van de Amerikaan snel met een nieuwe sponsor komen.
Dick was goed bekend in het Nederlandse bedrijfsleven. Dus toen uiteindelijk de hoofdsponsor afhaakte, bestond de ploeg uiteindelijk slechts uit een Nederlandse cosponsor en het fietsenmerk van de Amerikaan. De commentator was ribbedebie. Ja wadde.
Dick voelde zich verantwoordelijk en stond garant voor de ploeg, voor de hele ploeg. Uiteindelijk besliste de rechtbank de ploeg te liquideren, maar Dick was failliet, en sleet zijn dagen verder bij een bouwbedrijf in Borne. Oom Dick was Rons grote voorbeeld.
Ron had Amissa nog wel gebeld op de avond van zijn verdwijning, hoogstwaarschijnlijk vanuit restaurant De Moerse Bossen, maar Amissa zat net met een klant in een bubbelbad. Tegen elven, vlak voor sluitingstijd van het restaurant, had een jonge man die voldeed aan het signalement van Ron met de vaste lijn gebeld.
De eigenaar identificeerde tevens een jonge man met mediterrane trekken op het parkeerterrein, zo rond half twaalf. Die had een boxerhond bij zich die nogal agressief was, opmerkelijk voor het tijdstip. Corné M. had een boxer, ontdekte de politie.
Ook bij de Gebr. Maas was het geen koek en ei, vertelde Ron Amissa. Het familiebedrijf was gesplitst nadat Richards vriendin Marielle was vreemdgegaan met Corné. De tweelingbroers hadden samen ooit Parijs-Dakar gereden in de vrachtwagencategorie.
Corné was in alles het haantje: op de steiger, achter het stuur en wat de vrouwtjes betreft. Tijdens de editie 2007 van de rallyeklassieker, toen verreden op het traject Alicante-Nouakchott, hadden ze nog een hasjlijn opgezet onderweg, met de familiecontacten van El E.
Die jongen was gewend langs de Kreekrak drugsrunners uit de haven van Antwerpen op te wachten, en dan is het een kleine stap naar de Marrokaanse hasj, als je de truck van twee Willebrordse broers tot je beschikking hebt.
De wedstrijdtruck zou toch niet gecontroleerd worden door de douane, bij de overtocht naar Marokko, en terug dat wilden ze wel riskeren. De 19-jarige El E. kreeg voorafgaand aan de plannen al geld van Corné om zijn groot rijbewijs te halen.
El E. was namelijk de man om de DAF met inhoud terug te rijden naar Nederland. 'En als ge oe haar blond verft worde ge niet gecontreleerd', zei Corné tegen zijn leergierige stagiair. Of was het toch een verstandshuwelijk?
Corné en Richard zouden de truck na de race terugrijden naar Tanger. In de haven zou El E. met hulp van zijn familie de 100 kg hasj in de truck verstoppen, grotendeels in de uitsparing voor het reservewiel en de broers zouden met het vliegtuig terugreizen.
Bij de Frans-Belgische grensovergang was er echter iets misgegaan. Mohamed werd steekproefsgewijs uit de langzaam rijdende stoet auto's gehaald. De Fransen wilden weleens moeilijk doen bij de grensposten, vooral ten tijde van terroristische dreiging.
De truck werd doorzocht en nog geen uur later zat Mohamed al op het politiebureau van Lille. De opgeschoten jongeling besloot de broers niet te verlinken, anders kon hij fluiten naar zijn 10.000 euro. Maar de Fransen kwamen toch wel bij de Mazen terecht, want het was tenslotte hun truck.
Een vreemd juridisch steekspel ontpopte zich tussen drie landen. Frankrijk en Marokko kwamen er wel uit; Mohamed zou in een Noord-Afrikaanse cel eindigen. Maar de Nederlandse advocaat van Mohamed eiste zijn cliënt op, in verband met diens dubbele paspoort.
De broers Maas weigerden daarnaast naar de rechtbank in Lille te komen, en uiteindelijk werd de zaak in Frankrijk geseponeerd, mits de Nederlanders de juridische afwikkeling ter hand zouden nemen. Corné en Mohamed kregen een voorwaardelijke straf; Richard ging vrijuit.
Corné dacht dat hij er op een of andere manier toch was bijgelapt door Mohamed, en beloofde hem zijn 10.000 euro, mits Mohamed een gelijkaardig bedrag van een ex-wielrenner wist terug te vorderen. En die renner was Ron Pimhaar.
Ron had ongeveer 10.000 euro van Corné geleend, en nooit terugbetaald, terwijl hij wel naar Club Diana ging zonder Corné, en vooral dat laatste had de hufterige aannemer gestoken. Aan Marielle had hij een hele kluif, maar wat Ron daar alleen deed?
Corné had Mohamed opgedragen de centjes op vriendelijke doch indringende wijze bij Ron los te weken. Een afspraak op een parkeerterrein laat op de avond in restaurant De Moerse Bossen, met een Marokkaanse ex-delinquent en een boxer zou wonderen doen.
Een vreemd juridisch steekspel ontpopte zich tussen drie landen. Frankrijk en Marokko kwamen er wel uit; Mohamed zou in een Noord-Afrikaanse cel eindigen. Maar de Nederlandse advocaat van Mohamed eiste zijn cliënt op, in verband met diens dubbele paspoort.
De broers M. weigerden naar de rechtbank in Lille te komen, en uiteindelijk werd de zaak in Frankrijk geseponeerd, mits de Nederlanders de juridische afwikkeling ter hand zouden nemen. Corné en Mohamed kregen een voorwaardelijke straf; Richard ging vrijuit.
Corné dacht dat hij er op een of andere manier toch was bijgelapt door Mohamed, en beloofde hem zijn 10.000 euro, mits Mohamed een schuld van een gelijkaardig bedrag van een ex-wielrenner bij Corné wist terug te vorderen. En die wielrenner heette Ron Pimhaar.
Ron had ongeveer 10.000 euro van Corné geleend, en nooit terugbetaald, terwijl hij wel naar Club Diana ging zonder Corné, en vooral dat laatste had de hufterige aannemer gestoken. Aan Marielle had hij weliswaar een hele kluif, maar wat Ron daar deed in zijn eentje?
Corné had Mohamed opgedragen de centjes op vriendelijke doch indringende wijze bij Ron los te weken. Een afspraak op een parkeerterrein laat op de avond in restaurant De Moerse Bossen, met een Marokkaanse jeugddelinquent en een boxer zou wonderen doen.
De boxer was zeer agressief, want hij werd gebruikt als bewakingshond op het bouwbedrijf en leefde buiten. Hij was getraind om katten dood te bijten. Mohamed mocht met Ron doen wat ie wilde. Als het geld maar terugkwam; verder kon het Corné niet zoveel schelen. Mohamed mocht het bedrag houden, dan was hij van hem af.
Corné was als medeplichtige van El E. aangemerkt, maar had wel de opbrengst van de hasjhandel opgestreken en was naar Alicante vertrokken, voordat de schuldeisers achter hem aan kwamen. Er was zelfs tijd voor een nieuwe zonnebril voor hem en Marielle. En een appartement.
Love Story estudios lag in een nogal non-descripte wijk op 3 kilometer van het strand van Alicante, maar dat boeide de West-Brabantse hijo de puta niet. 10 hoog en zeezicht, nou oe weer. En vervolgens krabde Corné aan zijn kruis en trok een blikje uit de koelkast, of Marielle.
Waaraan Ron deze man had verdiend was een raadsel; zelfs Mohamed was er een straaltje zonlicht bij, maar Rons arbeidsongeschikte vader en de mislukking van Oom Dick hadden zijn manbeeld geen goed gedaan.
Ja, de oude Pimhaar werkte als opzichter bij Rijkswaterstaat District Oost, maar had als wielrenner een aanrijding gehad met blijvend letsel. De advocaat had Gerard Pimhaar aangeraden de gemeente aan te klagen: renner en automobilist zagen elkaar niet vanwege achterstallig gemeentelijk snoeiwerk.
De rechter had Pimhaar in het ongelijk gesteld, en er restte hem niets dan de advocatenkosten van de tegenpartij en een WAO-uitkering. Had hij maar in Hengelo gewoond, dan was hij nu voor zijn leven door het linkse stadsbestuur van een sociale woning en een uitkering voorzien.
En Ron had al in de eerste afspraakjes met Amissa wilde dromen gekregen. Hij werkte voor een aannemer, die zou meedoen aan de Dakar Rally; Ron zou meegaan als bijrijder; Amissa zou hem achterna reizen; de twee zouden uitstaren over de Atlantische Oceaan en verder reizen naar Gabon voor een toekomst samen.
Amissa had haar hoofd geschud. Ronnepon toch, ze was Gabon juist ontvlucht voor een beetje toekomst, zei zij aan de bar van Club Diana. Haar familie hoefde ze niet meer te zien; zijn familie wilde zij wel ontmoeten, dacht zij nog na het dagje Efteling.
Met vader Gerard zou Amissa wel kunnen opschieten, dacht Ron. Hij was net als hem zachtaardig en net als Amissa katholiek opgevoed. Rons smetvrezende moeder was stugger, maar ook een en al goedheid, anders zou ze niet in de hemel komen.
Maar Corné wilde Ron niet als bijrijder in de Dakar Rally. Ron had geen enkele ervaring en Corné kon lezen en schrijven met Richard – toen nog wel. En anders zorgde de sluwe Marielle er wel voor dat Ron buiten beeld bleef.
De freelance journalist was wel blij met de verhalen van Amissa, hoewel niet zijn type. Hij zat meestal maar wat naar zijn computerscherm te staren, te wachten tot er wat gebeurde op de webcam van de uitbreiding van het sluizencomplex van Terneuzen.
Als er wat gebeurde kreeg hij daar 70 euro voor, na het maken van een persbericht. En als het meezat volgde er een reportage voor het dubbele bedrag met betrekking tot de opening van een laadpaalstation. Maar meestal vulde hij zijn dag met twitteren, chatten en zijn dagelijkse tocht naar de Albert Heijn.
Af en toe lachte er een Poolse met peenhaar naar hem, maar seks met Poolse vrouwen deed hem om een of andere reden denken aan zure zult. Bovendien had hij teelbalkanker gehad en moest zijn libido kunstmatig worden opgekrikt. Net als de sluis van Terneuzen, trouwens.
De geschiedenis van de familie Pimhaar was een tragische. Het waren schippers uit Eefde wiens schip in WOII was geconfisqueerd door de Duitsers, waardoor opa Pimhaar was opgegroeid in een huis van stokslagen. Hij had gevaren als binnenvaartschipper, maar zat na zijn pensioen maar in de boomgaard om spreeuwen van de dakrand af te schieten.
Opa Pimhaar had zelfs nog een tijdje in Zwijndrecht gewoond, al was dat op een binnenvaartschip. Moeder Yvonne regelde thuis alles wel met Gerard en Dick, zelfs de verzorging van Rons gehandicapte broertje Erwin nam zij later gedeeltelijk op zich.
Pim had samen met hem de finale van het EK voetbal gezien, hij was nog maar een kleine jongen. 'Ze gaan weer verliezen', had opa gezegd. Maar die kende Marco van Basten nog niet. Dick was toen al schippersknecht en die vervoerde van alles, van Volvo's tot sterke drank.
De broers Dick en Gerard gingen weleens schaatsen, ze waren best sportief, en ze reden lange rondes op de racefiets, soms wel tot Hellendoorn of de Veluwe. Ze hadden de Tourzege van Jan Janssen nog op de radio gehoord. Oom Dick was fan van Gert Jakobs.
Ron dacht altijd aan Dick tijdens de Ronde van Hansweert, want oom Dick had daar een tijdje in een aanleunwoning voor Korsakov-patiënten gezeten. Hij had het verhaal weleens aan Natalie vertelt, wier moeder in de kliniek van Vrederust in Halsteren was opgenomen geweest.
Natalie moest in die tijd, tussen haar 9e en 12e, voor haar vader en broers zorgen, en vader Boemaars dronk veel. Toen moeder weer terugkeerde in de gezinssfeer was Natalie al de baas over de financiën, en de oude Boemaars boerde best goed.
Ook haar broers had zij in de tang. Natalie ging naar de middelbare school in Bergen op de Honda MT5 crossbrommer, en zij had een matje net als haar broers. De broers luisterden naar Guns & Roses en in het weekend verkochten zij tweedehandsspullen op de Antwerpse Albert Cuyp, de Vogeltjesmarkt.
Ron was best een prater, wat Amissa plezierig vond; Natalie had dat minder, die vond dat het niet opschoot met de wielercarrière. Zij was verliefd op Gert-Jan Theunisse sinds ze als klein meisje het criterium van Steenbergen bezocht. Maar die was al aan het stoppen toen Natalie aan de boemel ging.
Dat was niet eens zo vroeg, maar toen was Boogerd de man en al vergeven. Het moest wel een beetje partij zijn, voor een meisje die thuis 5 mannen om haar vinger had gewonnen, en Ron was – zij het nog een beetje bleu, best een impressionante knaap.
Hij deed alles voor een vrouw als die zijn hart had gewonnen, had ook de goede fee Amissa ondervonden. Die werkte dan wel in een club, maar was een stuk dankbaarder dan Natalie, wiens uiterlijk en geld haar in de schoot waren geworpen. Alleen haar afkomst, dat was een vloek.
Maar dat geldt voor iedereen, zei de freelance journalist tegen Amissa. Ron ging dromen, Amissa deed het. De tijd was rijp geweest voor de echte liefde, mocht Ron Corné en Mohamed niet zijn tegengekomen. De journalist had zelf ook weleens zulks meegemaakt.
Een Engels meisje was zijn ware liefde, maar die ging er op het laatste moment vandoor met een kerel die haar had gered van een jeugd in The Addams Family. Haar groene ogen verraadden liefde, haar woorden waren hoogverraad.
De freelance journalist had verder een zorgeloos leven, zij het dat zijn vader hem weleens in de steek had gelaten voor de Ronde van Hansweert, terwijl de botsautootjesmuntjes op waren, Demis Roussos maar bleef zingen en het blonde meisje van ABBA niet met hem trouwde.
Too much information, dacht Amissa, maar zij moest ook haar verhaal met Ron kwijt, want dat was voor haar ontluikende liefde – voor een halve wees geen sinecure, en dan is de Efteling al een hele mooie plek, al was het maar voor 1 dag.
En dat vertelde Amissa allemaal aan de vertrouwenwekkende freelance journalist, die volgens haar op Mick Jagger leek. Maar is een journalist die op Mick Jagger lijkt te vertrouwen? Was Amissa niet een beetje naïef?
Ze had geluk, het was een Zeeuwse freelance journalist. Die kennen geen nieuws, alleen de zoektocht ernaartoe. De knul had het vak nota bene geleerd in Almere na een literatuurstudie in Utrecht, en werd af en toe belazerd door een meisje, terwijl hij de goeie meiden saai vond.
Al op school in Zeeland had hij het uitgemaakt met een violiste die later medicus zou worden, en de meest bekende journalist van Zeeland was toen al 26 en werkzaam voor Nieuwsblad De Bevelanden.
10 jaar later zat deze Frank Bos als adjunct-hoofdredacteur bij een sollicitatiegesprek van Amissa's journalist bij de Provinciale Zeeuwse Courant, en dat was 20 jaar later nog zo. De journalist zou trouwens nee zeggen tegen het aanbod van de PZC: freelancen met een bijstandsuitkering ernaast.
Dan liever Almere. In Almere gebeurde nog eens wat, zoals het bouwen van huizen. Het dagblad van Almere had standaard een fotobijschrift dat luidde 'Bouw … vordert gestaag'. En verder woonde de zus van Richard Krajicek er.
De verrichtingen van Ajax werden geknipt en geplakt van de Gemeenschappelijke Pers Dienst en de krant werd opgevuld met politieberichten die niet werden gecheckt. De jonge reporter had als zodanig eens de initialen van slachtoffer en dader van een steekpartij verwisseld in de krant.
Het slachtoffer stond aan de balie ter rectificatie, met een verband om de schouder. Twee mannen en een vrouw in de Bloemenbuurt. Moest hij de politieberichten nu wel dubbelchecken bij de voorlichter? Nee hoor, zei de hoofdredacteur. Morgen wordt de vis erin verpakt.
Een grote leugen, want voor vis moest je in Almere naar Urk of Spakenburg rijden. De burgemeester van Spakenburg (SGP) had trouwens zoveel kinderen dat hij op 1 nacht twee keer opa werd van evenzovele dochters, maar dit terzijde.
De journalist snapte het lokale nieuws. Hij was opgegroeid in de buurt van Goes en had een oom die CDA-burgemeester was op Goeree-Overflakkee. Die moest zijn biezen pakken vanwege belangenverstrengeling inzake de lokale visafslag. De oom vermeed zijn journalistieke neef sindsdien op familiereünies.
U snapt het al, de karakters in het verhaal van Ron Pimhaar vinden elkaar omdat er een laag vertrouwen is in de basisrelaties van hun jeugd. Deze mensen eindigen in de prostitutie, in de visafslag of in de put - een put vol xtc-afval. Het is helemaal niet zo gek om met een wielrenner te trouwen.
Dat Ron uiteindelijk in een put met xtc-afval belandde, werd pas ontdekt na langdurige ondervraging van Mohamed El E. Die had Ron inderdaad aan de lijn gehad, voorafgaand aan zijn dienst bij de Mac Donald's. Ron zou om 23 uur kunnen afspreken op het parkeerterrein van De Moerse Bossen, met als gesprekspunt de 10.000 euro.
De bewegingen van Ron tussen 18.30 en 23.00 uur zijn nooit ontrafeld. Het was lang licht in juni. El E. bekende de politie dat hij kort na elven met de boxer, die hij verzorgde voor Corné in het huis van zijn ouders, op het parkeerterrein van De Moerse Bossen arriveerde.
Hij trof daar Ron niet aan, en ging de bossen in op zoek naar hem. Het restaurant was al gesloten. Naar eigen zeggen trof hij Ron aan in wielerkleding terwijl die een put aan het graven was om xtc-afval te dumpen. Daarmee had El E. niets te maken, zei hij.
Hij wilde er ook niet mee geassocieerd worden, en beide jongemannen raakten in paniek, volgens de bekentenis van El E. Tot een gesprek kwam het niet. Ron was fysiek agressief en El E. liet de boxer op hem los. De sporen van hondenbeten werden aangetroffen op Rons lichamelijke resten.
Ron had een mes, zei El E., en belaagde hem ermee. Hij wist Ron het mes te ontfutselen in een handgemeen. Ron was dusdanig agressief dat El E. toestak en een slagader raakte. Ron bloedde dood, er was niets aan te doen, aldus El E.
Bij het xtc-afval stond een jerrycan met zoutzuur. El E. besloot het lichaam van Ron in de put te rollen en overgoot het met de inhoud. Hij dichtte de put met de schep die Ron had meegenomen; het mes en de schep nam hij mee en gooide die in de Turfvaart, even verderop.
Hij reed terug naar het huis van zijn ouders in Etten-Leur. Van Corné werd niets meer vernomen. Die ontkende alles bij de politie en er waren geen bewijzen, anders dan de bekentenis van El E. Die kreeg de maximale straf van 15 jaar voor doodslag, met inbegrip van het wegvoeren van een lijk om de oorzaak te verhelen.
Nu vraagt u zich natuurlijk af, hoe vergaat het onze vrienden? Natalie Boemaars is gescheiden van haar Australische wielrenner en heeft een officieel toegangsverbod gekregen bij alle tandarts- en huisartsenpraktijken van Bergen op Zoom, wegens asociaal gedrag.
Gerard en Yvonne Pimhaar wonen met Erwin op een binnenvaartschip in Hansweert; Corné en Marielle rentenierden in Alicante, totdat Corné plots aan een hartaanval overleed. Mohamed werd vervroegd vrijgelaten en rijdt nu voor de Marokkaanse wielerselectie, onder meer in de Ronde van de Sahel.
En Amissa, die struise, trotse, kalme Gabonese. Zij kocht van haar escortwerk een mooie bungalow in Prinsenbeek, strategisch gepositioneerd in West-Brabant. Zij heeft een vaste klantenkaart bij de Rosada Outlet en woont samen met een voetballer van NAC.
EINDE
SEKS & DE SPORTVISSER, OF: DE PERICULEUZE GESCHIEDENIS VAN DE FAMILIE DUMAS
Er was eens een dorpje, in de middeleeuwen op een kreekrug aan de Schelde door Vlaamse monniken gesticht. Er woonden wat schapenhoeders en keutervissers, die door de verzanding van de Schelde goud in handen kregen. In de 19de eeuw ontstonden immers de juiste maritieme condities voor de oesterteelt. Het dorp groeide als kool, en ruige nieuwkomers vochten om de beste oesterpercelen met vrome autochtonen. Bovendien lusten ze er wel eentje, waardoor de paar duizend Yersekenaren de beschikking hadden over 5 kerken en evenzovele kroegen.
De oesterteelt betekende werk voor velen en rijkdom voor anderen. De overgrootvader van de jonge Dumas voer met een platbodem tot in het centrum van Brussel om de delicatesse bij de brasserieën af te leveren. Er was rond 1900 een directe spoorverbinding van Londen naar Berlijn via de postboot Folkestone-Vlissingen; de Yersekse oesters belandden daarmee zelfs op de dis van Queen Victoria. En ging het in de crisistijd minder, dan hadden de Yersekenaren altijd nog mosselen en kokkels om op te vissen.
In de Tweede Wereldoorlog sloeg het noodlot toe, ook voor het familiebedrijf Dumas, bestierd door een vader en twee zonen. Vlak voor de oorlog hadden zij een stalen viskotter aangeschaft, maar in 1941 confisqueerden de Duitsers alle schepen, om die te gebruiken als schroot voor de verdedigingslinie de Atlantikwall. De opa van Dumas stichtte weliswaar een gezin, maar moest overleven door de kweek van groente in de eigen tuin. De kotter werd pas in 1954 teruggevonden door de broers Dumas, total loss op een werf in het Bretonse St.-Nazaire.
Er was nauwelijks geld om de zaak voort te zetten. Opa Dumas had twee kinderen. Wel kregen de broers compensatiegeld van de regering, waarmee zij een twee-onder-een-kaphuis bouwden. Ook kregen de vrouwen ruzie over wie de zaak zou herstarten, en de twee families woonden de gehele tweede helft van de 20ste eeuw naast elkaar zonder te spreken. Het oorlogsverhaal hoorde de jonge Dumas van zijn spraakzame oudoom; zijn zwijgzame opa dreigde met de pantoffel als de blozende knul over de oorlog begon.
De jonge Dumas kwam echter graag bij zijn grootouders. Het was een slim jongetje die door zijn moeder, een basisschooljuf op de dorpsschool, al voor zijn zesde was geleerd te lezen en schrijven. Oma Dumas had een trommel met Macintosh's Quality Street toffees, die zo hard waren dat je tanden erop braken; ook kookte zij rabarberjam als de beste. De oude Dumas werkte tot in het midden van de jaren 80 als mosselsorteerder in de nachtdienst aan de lopende band, en schoot overdag wat met zijn luchtbuks op de spreeuwen op de dakrand.
Dergelijks was de jonge Dumas wel gewend, want zijn nieuwe fiets, een roestbruine Batavus, was kort na aankoop al beschoten met een luchtdrukpistool, en wel door de zoon van oud-wielrenner Piet Rentmeester, de winnaar van Kuurne-Brussel-Kuurne 1962. Een aparte familie: na een dopingcontrole in 1965 werd Piet Rentmeester van alle kanten gefeliciteerd. Hij zou zwanger zijn. Als hij verhaal gaat halen wordt hem immers verteld dat is gebleken dat hij de urine zou hebben ingeleverd van zijn zwangere vrouw.
Ja beste lezers, een levenslange fascinatie met de wielersport was geboren ...
Er was perspectief, want de oom van de jonge Dumas reed ooit voor de amateurploeg Erotic Discount Centre. Hij gaf zijn gebruikte wielershirts aan vader Dumas, maar deze padvinderachtige onderwijzer weigerde zijn rondjes op de racefiets af te werken in een paars shirt met daarop de letters 'Erotic Discount Centre'. Vader Dumas was sowieso geen sportliefhebber, en bovendien: alles wat de jonge Dumas wilde was een nieuwe Batavus, Quality Street toffees en trouwen met de blonde van ABBA.
Dat laatste had hij al opgegeven, al had een korte romance van de gescheiden Agnetha met een reporter van de Popfoto hem de aanzet gegeven tot een journalistieke toekomst. De vrouwen in het leven van de jonge Dumas werden daarna steeds minder blond, van de eerste kus met begrafenisondernemersdochter Annemarie, via de ravenzwarte haren van een Engelse vakantieliefde tot de geverfde lokken van Natalie Boemaars.
De familie Boemaars had een parallelle geschiedenis met die van Dumas. Moeder Boemaars was opgegroeid op de bosrijke institutie voor geestelijke gezondheidszorg Vrederust in Halsteren, waar haar vader hoofd Inkoop was; vader Boemaars was een van de nakomelingen van de nieuwkomers in Yerseke die de beste oesterpercelen verwierven. Opa Boemaars had de oesterteelt daardoor tot in de jaren zestig weten te rekken, en de vader van Natalie eindigde, hoewel niet onbemiddeld, als projectdirecteur van de bouw van de Oosterscheldekering.
Na wat omzwervingen in Engeland en Utrecht was de jonge Dumas een eenzame ziel geworden, met een redelijke portefeuille aan freelance opdrachten. Hij had een deal met zijn jongere zus, dat in de jaren dat zij allebei single waren, zij op Mosseldag de bloemetjes zouden buitenzetten in het dorp van hun jeugd. En zo geschiedde het op de derde zaterdag van augustus 2007, dat Dumas Natalie ontmoette. Die stond met een glas bier in haar hand op de tafels te dansen van Café De Sportvisser, met Bar De Kruik the place to be op Mosseldag.
Natalie had een eengezinswoning om de hoek. Op zondagmorgen 8.30u zei zij tegen de katterige Dumas: 'ik schop je zonder ontbijt de deur uit, want mijn moeder komt zo mijn dochter thuisbrengen omdat ze naar de kerk moet'. Dumas kon het niets schelen. Hij liep nog rozig van de one night stand naar het ouderlijk huis, waar de zus de ouders reeds geïnformeerd had over de whereabouts van de jonge Dumas. En het noodlot was geboren.
Moeder Boemaars was in haar jonge jaren de beste vriendin van de zus van vader Dumas, en de laatste was op het vrijgezellenfeest van vader Boemaars geweest. De brave Dumas fungeerde doorgaans als BOB in de vriendengroep, die de kroegen van Bergen op Zoom, Goes en Terneuzen onveilig maakte. Vader Dumas, een padvinder van de zuiverste soort, konden ze er goed bij gebruiken.
Vader Dumas was een goedzak. Zijn eerste verkering vroeg hem naar Parijs te rijden voor de liefde en maakte het bij aankomst uit. Pa Dumas was ook bevriend met de enige homo van Yerseke, waardoor zij in 1968 op wintersportvakantie in het Oostenrijkse Westendorf door alle dames werden genegeerd. Deze man moet gered worden, dacht moeder Dumas tijdens de eerste date in een dancing op Noord-Beveland.
De brave Dumas bracht haar netjes thuis, maar niets is wat het lijkt beste lezers. Want al de volgende morgen stond moeder Dumas aan de voordeur bij haar toekomstige echtgenoot. Ze was een contactlens kwijt. De brave Dumas zocht de hele dag in zijn Citroën Ami naar het verloren voorwerp; een jaar later waren zij getrouwd.
Vader Dumas haalde zijn verloofde op de huwelijksdag op bij zijn verweduwde schoonmoeder. Moeder Dumas zat in haar trouwjurk op de keukentafel te wachten; schoonmoe reed niet mee in de Ami, zij moest eerst de aardappels nog schillen. Onder het oog van de bevindelijke dominee Terlaak trouwden zij, en bij het buitenlopen van het gemeentehuis strooiden de leerlingen van schooljuf Dumas met confetti.
Het pasgetrouwde stel verhuisde vanwege de nieuwe baan van pa Dumas naar Leiden, waar de jonge Dumas werd geboren in een galerijflat, onder het geronk van het groeiende Schiphol. Was hij toch voor het geluk geboren?
De jaren zeventig brachten het jonge gezin Dumas werk en voorspoed. Tweewekelijks reden zij over wassende snelwegen van Leiden naar Zeeland, waar pa een zelfgebouwde zeilboot had. In het seizoen ankerde pa het schip op de zandbanken van de Oosterschelde, waar de kinderen Dumas bij laagwater een privéstrand tot hun beschikking hadden. De harde houten banken van de Vrouwe Johanna, vernoemd naar moeder Dumas, sliepen minder.
In Leiden werd de flat aan de Condorhorst, inmiddels grotendeels ingenomen door gastarbeiders en een commune die zou leiden tot het ensemble Rubberen Robbie, ingeruild voor een decente eengezinswoning in de Merenwijk. De enige reuring was het geluid van heipalen, en het gechoke van vader Dumas bij het opstarten van de lelijke Eend. Dumas liep naar school met zijn vriend Kees Jongkind, later bekend van NOS-activiteiten. Tussen de wilgen van de Broekweg deden ze aan verplassen. Dat mocht toen nog.
De jonge Dumas was gelukkig. Vader Dumas haalde moeder echter over naar Yerseke terug te verhuizen bij het verscheiden van de jaren zeventig, en zo geschiedde. Hij ging forenzen naar de Randstad. De weekenden met kleine kinderen op een houten jacht van 7 meter werden echter steeds beklemmender, waardoor moeder smeekte om verkoop van de boot. Zij brak daarmee het hart van vader Dumas, zonder het te weten.
MART BELT MET MEVROUW VAN ZETTEN
Thea van Zetten: “Hallo, spreek ik met Marten van de N.O.S. Mijn man Ton zei dat er een journalist van de N.O.S. gebeld heeft?
Mart Smeets: “Dat moet ene Ducrot geweest zijn. En het is NOS, mevrouw. Zonder puntjes.
Thea van Zetten: “Mart Smeets, wie had dat gedacht, ik vond je vroeger altijd zo'n lekkere knul.”
Mart Smeets: “Dat is niet kies, mevrouw. Zulks doet men niet in Tiel. En bovendien bent u getrouwd.”
Thea van Zetten: “Tiel? Dat is hier 20 kilometer verderop, daar komen we alleen voor de HEMA.
Mart Smeets: “U bent toch Mevrouw van Zetten uit Tiel?”
Thea van Zetten: “Andelst, in Tiel wonen geen Van Zettens dat ik weet. Ja, ik ben er geboren in het ziekenhuis.”
Smeets: “Dan zal de juffrouw van de redactie mij verkeerd hebben geïnformeerd. A vous, Andelste, dan maar.”
Thea van Zetten: “Nu ik je toch aan de lijn heb, Marten. Ton vond jou altijd een stuk beter dan Ducrot.”
Smeets: “Dat is vriendelijk van u, goedendag maar weer.”
Thea van Zetten: “De hele dag zat ie voor de buis. De Televizier, potloodje erbij, portie kouwe knaks.”
Mart Smeets: “Ik probeer beleefd te blijven, mevrouw. Zo ben ik opgevoed.”
Thea van Zetten: “Ik maakte dan zijn kunstgebit schoon, en die zette ik dan in een kommetje op de salontafel. En rondetijden noteren, deed ie ook altijd.”
Mart Smeets: “U vergist zich ten aanzien van de persoon, u moet Heinze Bakker hebben.”
Thea van Zetten: “Nou, dag Marten.”
Mart Smeets: “Ik ben Maarten niet! En u bent ook geen Ria Visser! Goedendag!”
MAARTEN EN JOSÉ
Dione de Graaff bij de begintune van de Avondetappe: Wij zitten hier in Correspondance d'Amphétamine met José de Cauwer en Maarten Ducrot.
Ducrot tegen De Cauwer: 'Donderstraal toch op; als Houle gaat, zitten die anderen allang met hun hoofd tussen het frame. Dat is een tijdrijder, een grappenmaker. En als je het niet bevalt, ga je toch lekker naar de VRT?'
Dione: Johzee de Cauwer, Maarten noemt jou het wielergeweten van Vlaanderen. Dat is toch een enorm compliment?
De Cauwer: Goh ja, ik wit het niet. Ik doe ook maar gewoon mijn werk, en, en, en …
Dione: Ja, ga door.
De Cauwer: Als Maarten dat zo zegt, dan zal het wel zo zijn zeker?
Ducrot: 'Zsjosé was al ploegleider toen ik nog voor een broek en een shirt bij een fabrikant van wc-papier reed. Dan won ie de Tour met anderhalve man en een paardenkop die nooit betaald kreeg'.
Dione: Maarten is van de overdrijving, dat weten we hier inmiddels, Johzee.
De Cauwer: Goh, in dat geval, en ik denk dat ie het heeft over de Tourzege van Lemond, heeft ie wel gelijk.
DE ONTMAAGDING VAN NATALIE BOEMAARS
Ook Natalie had weleens een vakantieliefde gehad. Het was de twee jaar oudere Andreas Bronsteil, die een vakantiebaantje had als klusjesman op de camping van Rosheim in de Elzas. Andreas, een bonkige boerenzoon, had niet zoveel met wielrennen, maar deed zijn werk in een wielershirt van La Redoute-Motobécane dat hij ook gebruikte bij het werk op de boerderij.
Dat laatste had de aandacht getrokken van de 15-jarige Natalie. Andreas was niet onaantrekkelijk maar nog maagd, en alhoewel hij niet meer deed dan het kroos van het ongebruikte campingzwembad verwijderen, bleek het maagdenvlies van Natalie een stuk minder resistent. De gele Gauloise-sigaretten zonder filter waren genoeg om haar laatste belemmeringen weg te nemen.
Het was de zomer van 1988, een warme zomer in de Elzas, en de West-Brabantse schone wilde voor haar 16e verjaardag ontmaagd worden. Liefst door een wielrenner natuurlijk, maar dat was in West-Brabant nog niet gelukt. Terwijl haar oudere broers naar de Tour keken had ze een crush op Gert-Jan Theunisse gekregen, maar die zou ze tijdens de Ronde van Steenbergen pas in het echt zien.
En geduld had ze niet, in oktober werd ze 16, en al haar vriendinnen waren al aan de man. De weekenden op de Antwerpse Vogeltjesmarkt, waar de familie Boemaars bric-à-brac verkocht, en de verzorging van de oude zuiplap Boemaars gaven weinig ruimte voor boemelen. Ze scheurde weleens met de MT5 van haar broer over de Bergense markt na school, en friemelde weleens in een steegje op vrijdagmiddag.
De oude Boemaars sleepte de versleten Peugeot-stationcar echter ieder jaar naar Frankrijk voor een vakantie. Dat werd een afgebladderde camping bij het wijndorp Obernai. De Tour was er net langsgekomen, zei Andreas, al wist hij niet precies waar. In het tafeltennishok van de camping hing een gescheurde poster van Sheila E. Voor zijn werk trok Andreas zich altijd af op die poster, al wist hij niet wie zij was. Vanessa Paradis, dat wist hij wel. Joe le Taxi, et le cha-cha chi.
Vader Bronsteil was wel een wielerfan, niet van Hinault en Fignon, dat vond de boer uit de Elzas maar brutale knapen, maar van de opgeschoten klimmer Robert Alban. Hij had het in 1988 al te druk met de boerderij om naar de overwinning van Jerôme Simon in Straatsburg te gaan kijken, maar begin jaren 80 onderbrak hij het werk nog regelmatig om de verrichtingen van de Fransen in La Grande Boucle te volgen.
Dat deed hij op een transistorradiootje, waar de AM-zender France Bleu een soort continuverslag van de Tour pleegde te bedrijven. Peter Wiennèn, die kende hij wel, en Dzjop natuurlijk. Zoetlemek werd als een halve landgenoot beschouwd omdat hij met de dochter van de podiumceremoniemeester was getrouwd, en als een hele Fransman toen hij als winnaar van de Tour weer voor Coop-Mercier ging rijden.
Zijn persoonlijke favoriet was echter Robert Alban. Geen winnaar, maar Alban had wel een touretappe gewonnen en op het podium gestaan naast Hinault en Van Impe. Een hoekige klimmer van bescheiden afkomst. Een boerenhoeve in de Ain zag er niet zoveel anders uit dan eenzelfde bouwwerk in de noordelijke Elzas. Grijs stucwerk, verschaalde verf op houten overstekken, leistenen dakpannen.
1981 was sowieso de Tour van de harde werkers. Veelvraat Hinault reed van start tot finish in het geel, en leek elke bergetappe te willen winnen. Dat werd hem uiteindelijk bijna fataal, in 1983 begaven zijn knieën het al, maar in de beginjaren van tachtig kon hij de grote molen nog aanzetten wanneer hij wilde. Subtoppers als Alban en Winnen konden zodoende hun bergritje meepakken in '81.
De Tour de France van 1981 was zodoende voor de neutrale kijker een van de saaiste ooit, maar Nederlanders, Belgen en Fransen konden hun lol op. De verwende wielerfans uit die landen klaagden weleens, maar als je 6 etappes wint, een 4e en 5e plaats plus witte trui (Nederland), een podiumplaats en de bolletjestrui plus 9 etappezeges (België) en Tourwinst met twee podiumplaatsen en 6 etappezeges (Frankrijk) mag je in de handen wrijven.
Alleen Urs Freuler en Sean Kelly wonnen een etappe voor een ander wielerland, geen Spanjaard of Italiaan te bekennen in de Tour die jaren. Ja, Mariano Martinez, een tot Fransman genaturaliseerde Fransman en een ploeggenoot van Alban, maar met Martinez had de oude Bronsteil niet zoveel, en met Alban wel, dus had hij van zijn vrouw een wollen shirt van La Redoute gekregen waarmee hij de geiten melkte.
En in dat shirt verwijderde zoon Andreas het kroos van het wateroppervlak, met fatale gevolgen, want Natalie dacht dat het een wielrenner was. Andreas was een slome duikelaar met een matje, maar fysiek te doen. En er waren niet zoveel andere jongens. Hij verkocht Pouss-Pouss ijsjes op de camping, die werd uitgebaat door een ouder echtpaar. Die ijsjes zaten in kartonnen kokertjes waarvan je de bodem kon opduwen. Meer hadden ze niet in de campingbar.
Ja, Carambar-repen, bruin bier van Pelforth en wijn in plastic bekertjes.
U leest het al, de ontmaagding van Natalie kon niet veel meer zijn dan een vluchtige zaadlozing in een leegstaande stacaravan vol stinkende matrassen, maar een dergelijk decor waren ze in West-Brabant wel gewend. De broers van Natalie keken nauwelijks naar haar om, moeder zat thuis in Vrederust en pa had tegen de avond al een jerrycan huiswijn in zijn mik.
Andreas hoefde weinig meer te doen dan het kroos van haar maagdenvlies verwijderen, en een inseminatie te plegen die zij de liefde bedrijven noemde. Andreas geloofde haar en deed werktuiglijk zijn taak. Hij dacht aan Sheila E en Vanessa Paradis en kwam binnen de minuut klaar. Andreas liep rood aan; Natalie dacht dat dat echte liefde was. Ze voelde weinig.
DE WORDING VAN ANDREAS BRONSTEIL, OF DE ONDERGANG VAN HET FRANSE WIELRENNEN
De ontmoeting met Natalie maakte in de boerenzoon, in principe een moederskind, veel los. Hij probeerde brieven met haar te schrijven in het Engels, maar die retourneerde ze niet. Natalie was geen romanticus en ze was inmiddels op Theunisse. Andreas bleef maar doorschrijven, de boekhandelaar in Rosheim, een oude man met bretels, zag hem alweer aankomen met zijn enveloppen.
Als zodanig arriveerden in Lepelstraat een aantal onbeantwoorde en zelfs ongeopende liefdesbrieven, waarvan de postzegel door de bejaarde Elzasser boekhandelaar met diens speeksel op de envelop was gelikt. Andreas prikte zelfs bloed met een naald uit zijn vinger waarmee hij de enveloppen verzegelde.
Na het behalen van zijn schooldiploma schreef hij zich in voor een Engelse literatuurstudie aan de Universiteit van Mulhouse. Op financiële steun hoefde hij niet te rekenen, zei zijn hardvochtige vader, die wilde dat hij de boerderij zou overnemen. Om geld te verdienen werkte Andreas onder meer op het Eurock-festival in Belfort, waar Nina Hagen en Elvis Costello optraden.
Ook maakte hij kennis met de duistere Franse band Noir Désir, waarvan de zanger later een moord zou plegen. Andreas schreef tijdens zijn studie een Bildungsroman die later bij de ramsj terecht zou komen, onder de titel Autoroute à Rosheim. Het gaat over een homoseksuele student die de boerderij van zijn ouders in brand steekt.
Vanzelfsprekend verkocht zulks niet in Frankrijk, en afgezien van de aflevering van een stapeltje exemplaren bij de boekwinkel van de Université du Haut-Alsace kwam er weinig van zijn loopbaan als schrijver. En dan was het ook nog zo dat de boeken daar alleen werden verkocht omdat Andreas' verkering, een bleue jongen in een geruite broek, in de boekwinkel werkte.
Met de Franse wielersport ging het ook van kwaad tot erger. Het grote talent Charly Mottet brak niet door en Laurent Fignon was geen schim meer van zichzelf na zijn verloren Tourzege van 1989. Fignon won later in een opleving nog wel een touretappe in Mulhouse, maar dat alles interesseerde Andreas niet. Natalie had gelijk, hij was geen wielrenner.
De verbitterde boer Bronsteil melkte de geiten inmiddels in een wielershirt van Novemail-Histor, met korte mouwen over een trui heen. Zijn nieuwe chouchou Mottet werd weer eens tweede, dit keer in het Kampioenschap van Zürich. Charly won wel de Ronde van de Limousin, het bewijs dat hij nooit de Tour zou winnen. Een man slechts had ooit beide wedstrijden gewonnen: Hinault.
Met de Nederlandse wielersport ging het helemaal decrescendo. Maarten Ducrot stopte met wielrennen, en in het gevolg van deze wielergod gingen ook de carrières van Rooks, Theunisse en Breukink ten onder. Geld, dopingproblemen – een teveel dan wel een tekort, lagen hieraan ten grondslag. Alleen Frans Maassen was er nog, en Raas zei godverdomme.
Peter Post had zijn zoektocht naar sponsoren inmiddels naar Frankrijk gewend, maar een ploeg met Fransen en Nederlanders, dat gaat niet. Talent Eddy Bouwmans leek even door te breken, maar in de constellatie Novemail-Histor floreerden alleen de Belgische sprinter Wilfried Nelissen en Viatchetslav Ekimov, door de slimme Post – een liefhebber van tijdrijders, uit de failliete Sovjet Unie geplukt.
Ekimov had als Sovjetamateur indruk gemaakt in de Tour Dupont van 1989, en vertrok na de val van de Berlijnse Muur meteen naar Panasonic-Sportlife, met DDR-lotgenoot Olaf Ludwig. Beide transfers waren een enorm succes, want de Duitser won direct de groene trui, al viel die prestatie een beetje in het niet bij de overwinningen van Planckaert en Van Lancker in Roubaix en Luik.
Ekimov won voor Post alleen een tourrit in zijn tweede profjaar en de ploegentijdrit in zijn derde, maar was een motor in de koers. Hij kon ook de Vlaamse klassiekers aan. In de Tour de Trump, de nieuwe naam van de Dupont Tour, reed Panasonic in een speciaal oranje-shirt met KLM als tijdelijke co-sponsor. Dat fixte de Amstelveense ploegmanager wel even.
BASSIE & ADRIAAN EN DE VERDWENEN PONY (DE NOOIT UITGEBRACHTE ZEEUWSE AFLEVERING)
Baron van Neemweggen (Paul van Gorcum), B2 (Harry Dikmans) en Handige Harry (Paul van Soest) bevinden zich op een geheime, ondergrondse locatie (Topshuis, Neeltje Jans). Het is de boeven gelukt de macht over de Zeeuwse bruggen, tunnels en sluizen over te nemen. Die hebben ze gehackt.
'Wat zeggie: bal gehakt?', zegt B2 vervolgens tegen de Baron. Nee frikandel, GEHACKT! Vervolgens breekt die zijn telefoonhoorn doormidden. En die heeft hij nodig, want er rest de boeven nog 1 ding om de volledige macht in Zeeland over te nemen: de ontvoering van de Commissaris van de Koningin (Carla Peijs).
Omdat elke vorm van communicatie ontbreekt gaan de boeven met een verrekijker naar de top van de Lange Jan in Middelburg, maar de Commissaris is nergens te zien, terwijl ze gewoon aan het Abdijplein in haar werkkamer zit, 100 meter verderop. Wel ziet de Baron het woonadres van Carla en Rinus aan het Veerse Meer in de verte liggen.
B2 en Harry worden erop uitgestuurd om Carla te ontvoeren, maar komen terug met de pony. Foutje, moet kunnen. De baron breekt ook zijn haastig aangeschafte walkie talkie doormidden. En nu komen onze helden in beeld. De politiechef van de Eenheid Zeeland/West-Brabant (Gerda van Leeuwen) schakelt Bassie (Bas van Toor) en Adriaan (Aad van Toor) in om de pony van de Commissaris terug te vinden.
De Baron wordt ondertussen steeds sacherijniger, want de boeven kunnen niet koken en in de ondergrondse schuilplaats is alleen een magnetron van de Aldi aanwezig, waarvoor B2 uiteraard na het plan met de bruggen en tunnels ballen gehakt heeft aangeschaft. En die kun je niet opwarmen in de magnetron. Drommels, drommels, drommels.
Adriaan heeft ondertussen een list bedacht. Hij heeft bij de vriendelijke uitbaters van het Middelburgse Lowbudgetpc een walkie talkie gekocht die met de overgebleven ontvangers kan communiceren. Hij belt de Baron op. “Met Rinus Platschorre, de man van Carla. Carla zit op dit moment in de Oesterij in Yerseke. Ga onmiddellijk naar haar toe'.
Vervolgens belt Adriaan de andere boeven op de haastig door Handige Harry gerepareerde andere walkie talkie-ontvanger. 'Hallo Harry, met de Baron. Ga onmiddellijk op de pony naar dit huis in 's Heerenhoek, want daar is Carla Peijs'. 'Allememachies', zegt Bassie. 'Dat ga ik even aan de binnenkant van mijn ogen bekijken'. In de droom brengt Bassie de pony terug en krijgt hij slagroomtaart van Carla.
De realiteit is uiteraard weerbarstiger. Bij de Oesterij wacht de politie de Baron op om hem te arresteren, en het adres in 's Heerenhoek is dat van oud-wielrenner Jan Raas. Onze helden staan om de hoek te wachten wat er gebeurt als B2 en Harry aanbellen. Raas (Leo Alkemade) slaat de boeven met een honkbalknuppel van zijn erf af.
De pony wordt door die clown en die acrobaat teruggebracht naar de Commissaris van de Koningin. De aflevering eindigt met een schaterlachende Bassie en Adriaan, die bij Brood- en Banketbakkerij Van Opdorp slagroomtaart koopt voor zijn maatje en Joop van den Ende de factuur naar het Provinciehuis laat sturen.
EINDE
Noot voor de redactie: de aflevering is nooit uitgezonden, omdat Gedeputeerde Staten de factuur van de slagroomtaart hebben afgekeurd. Adriaan heeft vervolgens beslag laten leggen op de pony, waarna het provinciebestuur elke betaalde medewerking aan de aflevering (tonen beelden van Oosterscheldekering, centrum Middelburg, het Veerse Meer en de oesterputten van Yerseke) heeft ingetrokken.
Ook ontstond een provinciale rel, omdat de politiechef dacht dat het om een echte arrestatie ging. Behalve voor een drugsvondst op de bananenterminal in de haven van Vlissingen was de Zeeuwse politie nog nooit voor iets uitgerukt. Ja voor een Belg die met de wandelstok van zijn bejaarde moeder een stamgast van Café Het Veerhuis in Yerseke had doodgeslagen.
Paul van Gorcum en Harry Dikmans zijn gebrouilleerd geraakt met Bas en Aad van Toor, mede door deze affaire. De twee kregen nooit betaald voor hun werkzaamheden en hebben geprobeerd de dvd met deze aflevering uit te laten brengen. De kantonrechter van Middelburg besliste anders. In het onderzoeksdocument, een vroege versie van De verdwenen pony, werden Carla en Rinus zelfs mishandeld door de boeven, die de twee dwongen het volledige album Tubular Bells van Mike Oldfield af te luisteren. De rechter vond dit te ver gaan. Bovendien was er een geluidsopname waarop Van Gorcum probeert een bouwkavel voor een woning in Haamstede onderhands te regelen met de Commissaris van de Koningin.
Van Gorcum betoogde nog ter eigen verdediging dat het huis bedoeld was voor Dikmans. 'Wilt u daarop antwoorden?', vroeg de rechter. 'Wie gaat er wie vermoorden?', zei de slechthorende Dikmans, die meteen werd onderbroken door zijn advocaat. Mr. Kapteijn probeerde de zaak nog te redden. Vanwege zijn slechte gehoor zou Dikmans ontoerekeningsvatbaar zijn en kon hij ook niet weten dat het Tubular Bells was. Aad van Toor werd volledig in het gelijk gesteld en de boeven gedwongen tot het betalen van alle juridische kosten. Carla en Rinus zaten op de tribune en borrelden gezellig na met de kantonrechter, die vervolgens van een rijwoning aan de Zusterstraat naar een grachtenpand aan de Dam verhuisde.
SIESKE EN WHEELKE, DE NICHE NEUZELAARS
Wheelke logeert bij Tante Orla omdat Sieske een korfbalwedstrijd heeft. Nonkel Jean is weer eens kwijt, hij loopt mopperend over straat omdat het internet eruit ligt. Om te herstellen rust hij uit op een parkbankje met een frikandellington. Daar ligt een zwerver met dreadlocks te slapen.
'Zo die heeft ook lang in de zon gelegen'. Dat hoorde de dakloze, die in niet meer gehuld is dan een dekenjas van de Wibra en een gebreide muts. 'Kom', zegt Jean. 'Je gaat met mij mee naar huis, dan gaan we een frisse pint Guinness halen'. Orla krijgt een zenuwtoeval, het hele korfbalteam van Sieske heeft net de jaarvoorraad ranja geconsumeerd.
De zwerver, Marley is zijn naam, blijkt een vriendelijke mens. Hij is ontsnapt aan een trainingskamp van het Jamaicaanse bobsleeteam. Hij durfde niet meer na een zware crash, maar heeft geen cent te makken in ons land. Voor deze keer mag hij blijven slapen. Jean en Wheelke ruziën wie er bij Orla mag slapen om een bed vrij te maken voor Marley.
'Ga jij maar douchen met Sieske, dan schuif ik aan bij Orla', zegt Jean. Orla lost dat diplomatiek op door Marley zelf in de sponde te ontvangen. Bij het ontbijt onthult zij dat de uitgeslapen en frisgewassen Marley haar verteld heeft een enorm uithoudingsvermogen te hebben. Onze Jamaicaanse vriend heeft het plafond al gewit op de vroege ochtend.
'Die moet wielrenner worden', zegt Sieske. 'We gaan je daarbij helpen', vervolgt Wheelke. Jean belt vervolgens de stiefmoeder van Johnny Hoogerland. 'We kunnen naar het pension van Johnny aan de Oostenrijkse Wörthersee om te trainen'.
Onze vrienden gaan naar Professor Theo die de Aygonef gereed maakt. Het voertuig wordt uitgerust met winterbanden, een Oostenrijks tolvignet en Spotify-lijst met schlagers. Alle bagage moet op het dak, de kofferbak is volgestouwd met wielerjaarboeken. Dus Orla kan niet mee. Zij zal Jerommeke Blijlevens polsen, of een ander lichaamsdeel, voor een functie als bondscoach.
Maar er is hommeles, want een onderzoeksjournalist van Wielerflits heeft lucht gekregen van de zaak, en volgt onze vrienden in het geheim sinds het bezoek aan Professor Theo. Het is niet de enige ellende, want deze Maxim leunde per ongeluk tegen de hefboom van de teletijdmachine. En wie zaten er in de cabine, god weet waarom: Orla en Jerommeke. Weggeflitst!
Het is heerlijk aan de Wörthersee. Johnny en Gerda zwaaien onze vrienden na een goed verzorgde week uit. Die gaan direct naar Professor Theo. Orla en Blijlevens blijken weggeflitst naar het tijdperk van de Navajo-indianen, en het is Theo nog niet gelukt hen terug te flitsen. Bovendien blijkt de topvorm er bij Marley nog niet te zijn, wegens het ontbreken van een hoogtestage.
In Gullegem Koerse wordt hij er in de eerste ronde door Janneke en Mieke afgereden. Wat nu? Ondertussen bericht Professor Theo onze vrienden dat Orla en Blijlevens weer terug zijn. Ze vertellen in geuren en kleuren over de indiaan Truc, die hen peyote heeft meegegeven voor Marley. 'Gedroogde cactus, die zorgt voor het eeuwige leven'.
Orla en Jerom proefden er zelf ook van, en hadden een leuke tijd. Na de hereniging met Sieske, Wheelke en Nonkel Jean test Professor Theo het uithoudingsvermogen van Marley. Hij kan meedoen aan het WK voor incourante wielerlanden in Albanië. De Aygonef wordt dit keer uitgerust met een trekhaak plus aanhangwagen, en een 4x4-uitrusting.
Orla en Jeroen zijn nog stoned van de peyote en nemen plaats op het dak. Marley moet rusten en ligt in de aanhangwagen. Onze vrienden bedenken een plan. Wheelke zal verzorger zijn, Sieske regelt het gemengd douchen na de wedstrijd en Jean adviseert Blijlevens bij het koersplan, want Marley is geen sprinter.
Het plan van Jean is Marokko om te kopen. De renners Mohamed al Evenpul en zijn knecht Hamza krijgen de Aygonef bij terugkomst, als ze voor Marley op kop rijden. Blijlevens geeft de consignes van Nonkel Jean door vanaf de kant. 'In da wheel, he'. Marley neemt vervolgens elke ronde een bidon met peyote in poedervorm aan van Wheelke.
Met zijn allen rijden onze vrienden naar de WK in Tirana. Er is niets aan te doen. De Let Vainsteins (zoon van) gokt op een sprint, maar Marley is niet te stoppen. Mo en Hamza hoeven niet eens te rijden. Op de steile Färke e Vögel is de vogel al in de eerste ronde gevlogen. De peyote doet wonderen. En dan heeft Marley de avond tevoren nog wel gemengd gedoucht met Orla.
Marley wint glorierijk, en onze vrienden sluiten dit avontuur af in de Ierse pub van Tirana. Na een lange nacht zwaaien zij Marley, Mo en Hamza uit. De Jamaicaan maakt de overstap naar de Marokkaanse selectie en reist met zijn nieuwe vrienden in een bezorgbus naar Marokko. Nonkel Jean heeft geregeld dat onze vrienden de Aygonef mogen houden.
EINDE
FUTSALFLITS.BE, A BELGIAN SUCCES STORY BY JHON DE LOL
Zaalvoetbal, oftewel futsal, is vanaf 2032 Olympisch, en dat wekt de ambitie op van de Belgisch-Congolese ex-topvoetballer Sven Ghaly. Hij wil België het eerste mannengoud in 10 jaar bezorgen op de OS van Qatar 2032. Een ambitieus plan.
Zaalvoetballand nummer 1 is Nederland, dus de Belgen kopen alle expertise in. Ghaly polst eerst Ronald de Boer als bondscoach, maar die wil niet. Achter de schermen zegt hij: 'Qatar wil Olympisch kampioen zaalvoetbal worden, en ik ben ambassadeur. Maar als jullie meer bieden dan 5 ton per maand, ben ik graag bereid te helpen'.
De Belgische bondsvoorzitter Patrick Evenepoel laat de optie De Boer meteen vallen. Dan stapt Ghaly naar Dean de Beukering, voorheen de beste zaalvoetballer ooit, meervoudig deelnemer aan Expeditie Robinson en vigerend charmezanger.
Ghaly, die onder meer Sint Truiden naar de Champion's League-zege van 2029 had geholpen, zag een cross-mediaal experiment, na een ontmoeting met mediatycoon Jhon de Lol. Als beide succesnummers een real life soap zouden opstarten op SBS met The Road to Qatar. De Lol was enthousiast en kocht meteen de domeinen Voetbalflits.be en Futsalflits.be.
The Belgian Indoor Soccer Team on their Way to Olympic Glory zou het gaan heten; het Olympische zaalvoetbal zou kunnen worden uitgezonden op de SBS-kanalen in beide landen en off-season ter ondersteuning een Beste Zangers van Nederland en Vlaanderen, wie hield de jackpot dan nog tegen?
De sterren Evi Franssen en Jhonny de Lol zouden de boel aan elkaar praten, in een 4x4 door Qatar reizen en uiteraard niet neuken, want het zijn pure professionals. Voor veel geld zijn mensen best bereid niet te neuken, zelfs Jhonny, zei de Lol over zijn half-debiele zoon, verwekt bij de blonde van Luv.
De nabeschouwing zou eigenlijk gedaan worden door de heren van Vandaag Inside, maar de oude Gijp wilde slechts 5 uur in de week in een studio vertoeven voor zijn miljoenen en liet het lekker gaan. Genee was het niet eens met Ronald de Boer als deskundige aan tafel, hoewel deze niet meer wenste dan praten over foebelen tegen een redelijke vergoeding.
Ondertussen ging de reële ambitie, België Olympisch kampioen futsal maken, verder. De Lol regelde een recreatiepark, De Achterste Hoef in de Nederlandse Kempen, om de heren zaalvoetballers klaar te stomen achter gesloten deuren buiten België. De gedisciplineerde Ghaly nam alle mobieltjes van de spelers in.
Er werd geklaverjast na de maaltijden, die pas opgeschept mochten worden als de manager het zei. De Beukering deed de zaaltrainingen, maar was meer bezig met het boeken van schnabbels dan met zaalvoetbal. Hij mocht wel zijn mobieltje houden van controlfreak Ghaly.
Verder waren er weinig problemen tussen Holland en België. Er was recent een wet op de artificiële intelligentie aangenomen in Belgenland, maar dat had hoogstens geleid tot een verbod op heruitzendingen van Bassie & Adriaan, en dan alleen de afleveringen met Robin de robot.
De tv-programma's van De Lol en types als De Beukering hadden weinig met AI, eerder niets. En de voorbereiding ging perfect. De real life soap trok in Nederland meer dan een miljoen kijkers, en een aflevering van Vlaanderen Muziekland op de VRT met De Beukering zelfs 5 miljoen.
Dat laatste was meer dan Buren ooit bereikt had, in de 80 jaar van het bestaan. Er waren enkele verzachtende factoren: de recorduitzending van Vlaanderen Muziekland volgde op de wielerklassieker Gent – Wevelgem op Paaszondag en Buren werd geschrapt, maar toch.
De Belgskes zaten er klaar voor. Op donderdag 1 april 2032 vertrok het Belgische futsalteam naar Argentinië voor een hoogtestage – het begin van de voorbereiding op de Olympische Spelen. De Beukering nam de spanning weg door te zeggen: Van Aert wint zondag de Ronde van Vlaanderen.
De Belgen keken verwonderd naar de Nederlandse charmezanger, de grootste in België sinds Eddy Wally, en lachten als een boer met kiespijn toen De Beukering uitriep: 1 April! Pijnlijk natuurlijk, maar ook weer niet. Dat de 37-jarige Van Aert ooit nog de Ronde zou winnen hadden ze al opgegeven.
Ghaly had in koersland België sowieso meer met Evenepoel dan met Van Aert. De Brusselaar was persoonlijk bevriend met Remco, inmiddels burgemeester van Dilbeek na zijn wielercarrière. Ze gingen samen naar Anderlecht en Remco had Pizza Hut als sponsor aangebracht bij de voetbalbond, en zijn vader als bondsvoorzitter.
Als Tourwinnaar had Evenepoel sowieso een betere staat van dienst dan Wout, die maar bleef koersen om die ene Ronde op zijn naam te schrijven. Vlaanderen had op Paaszondag nog gejuicht, omdat Wout eindelijk zijn tweede Wevelgem kon aftikken, al was dat dan omdat zijn medevluchter, de 39-jarige Laporte van de ploeg Total Sans Energies, de benen stilhield.
Maar terug naar Remco. Diens supporterscafe De Rustberg in Schepdaal zou ook uitzendlocatie worden van Vive le Futsal, de dagelijkse talkshow tijdens de OS in Qatar. De VRT wilde uiteraard een graantje meepikken, en Boodschappen van Algemeen Nut verkopen rond een succesverhaal.
De eerste problemen begonnen zich al af te tekenen in het trainingskamp in het geïsoleerde Bariloche. De Argentijnse biefstukken bezorgden de Belgische ploegarts hoofdbrekens, want er zaten 3 producten uit de dopinglijst in, en De Mol had een fittie met bondsvoorzitter Evenepoel.
Waarom adverteerde Pleisterwerken Evenepoel, het bedrijf van Patrick, niet op SBS en stond het bedrijf wel op het overhemd van de presentator van Vive le Futsal? Omdat zoon Remco van iedereen was, van de Vlaming, de Brusselaar, de Waal, de publieken en de commerciëlen, zei Patrick.
Mevrouw van Zetten kende Remco Evenepoel alleen van de Tourzege in 2029 in dienst van Red Bull-Cervélo en hij was al twee jaar gestopt, nadat hij had getekend voor de procontinentale ploeg Evenepoel-Quick Step.
Karl Vannieuwkerke, presentator van Sporza, ontkende elke betrokkenheid. Hij wilde in Schepdaal resideren omdat in het nabijgelegen St.-Pieters Leeuw een kortegolfzendmast stond voor de verbindingen met Argentinië en Qatar. Die was hoger dan de Eiffeltoren.
Maar de brave Belgen wisten wel beter. Vannieuwkerke had de plafonds van de VRT-commentaarcabines zo vaak gewit, dat hij was aangezocht voor een betrekking bij BVBA Pleisterwerken Evenepoel. Bij de aankomst in Parijs van Remco in het geel, had Karl zelfs de Eiffeltoren gewit. Dat mocht van de Fransen, omdat Remco het recordaantal witte truien in zijn bezit had.
Renaat Schotte was dat nooit gelukt, die zat nog steeds op de motor, al wilden alleen homoseksuele motards met hem werken, omdat Renaat eiste dat zij een witte motorjas droegen. Afijn, een koersverslaggever krijgt alles gedaan in Belgenland. En we wijken af, het is hier geen Wielerflits!
Ondertussen gebeurde er iets bijzonders in Amerika. De vrienden Thomas Beffer en Clemens den Ham reden een gravelrace bij Lake Tahoe. Om de vakantie af te sluiten gingen de twee op bezoek bij Thomas' vriend in Los Angeles, de acteur Orlando di Cabrio.
Die vertelde over een ontmoeting op een Hollywoodparty met met de aldaar woonachtige Nederlandse producent Richard Storimans en dat die kutzwager was van de beroemde Amerikaanse renner Vince Legstrong. Storimans wilde wel een wielerploeg beginnen, zei hij tegen Di Cabrio.
Dus gingen Beffer en Den Ham op hun gravelbikes naar Beverly Hills, waar zij door de parelwitte glimlach van Storimans en vrouw Gabrielle werden ontvangen. Hi guys! Storimans wou 10 miljoen in een ploeg steken, hij had zelfs al sponsoren gevonden.
En zo was de ploeg Eyewish-CCleaner geboren. Beffer en Den Ham werden ploegleiders, de managende gebroeders Wrakhout haalden de coureurs binnen. Veel soeps was het niet: het voormalige Vlaamse toptalent Alexis van Lieverlede en de oude sprinter Erwin Pimhaar.
Van Lieverlede had in 2029 de Tour de l'Avenir gewonnen, maar op een ereplaats in de Tour van de Limousin na, 3 jaar lang geen deuk in een pakje boter gereden; de 35-jarige Pimhaar had een etappe in Olympia's Tour op zijn naam staan, maar was wegens mentale problemen gestopt.
Wat moesten de voormalige toppers met een budget van 15-miljoen, een overschatte Belgische renner, en een Twentse stratenmaker? Als Hennie van der Most dit bedacht had zou het kunnen, maar Storimans en Beffer?
Richard en Thomas konden het goed vinden, net als Thomas en Gabrielle, een ex-wielrenster. Gedrieën beklommen zij Mount Wilson bij Pasadena. Den Ham reed vooruit, de snottebellen aan zijn neus, en brak in een korte afdaling voor de top zijn kaak.
Op de top van Mount Wilson hadden Thomas en Gabrielle een spirituele ervaring. Het was december en aan het eind van de middag al bijna donker. Terwijl Storimans Den Ham verzorgde, die gewoon was doorgefietst, maakten Thomas en Gabrielle een vluggertje achter het observatorium, onder de ontluikende sterrenhemel.
Een vriendschap voor altijd was geboren. Gevieren daalden zij in het halfduister de berg af, en reden in de SUV's van de familie Storimans naar de Santa Monica Pier, waar zij een paar flessen Barolo leegdronken bij de ondergaande zon.
Log in via je wielerflits.nl account om deel te nemen aan de discussie.